Het WKS-model voor beroepskrachten in de gezondheidszorg

Alle mensen hebben recht op een leven dat ze zelf vorm kunnen geven binnen hun mogelijkheden.

Wij professionele werkers hebben lang het idee gehad ‘wij weten wel wat goed voor mensen is’.  Deze houding stimuleerde eerder de afhankelijkheid van mensen in plaats van de zelfbepaling.

Het grondrecht dat iedereen zijn eigen leven vorm kan geven, vraagt een andere houding van de hulpverlener.

Het doel de zelfbepaling binnen mogelijkheden in de visie te benoemen is één ding. Het ook werkelijk te willen toepassen in de dagelijkse praktijk vraagt een veranderingsproces in de hele organisatie. Niet alleen voor de directe hulpverleners maar ook voor het management en het financieringssysteem.

Structuren die jaren volgens een vast patroon zijn verlopen, zullen veranderen omdat uitgegaan wordt van cliënt en niet van de organisatie.

Het WKS-model in de gezondheidszorg

In een verzorgingshuis verzorgt de centrale keuken alle maaltijden. Mevrouw Gerritsen is het daar niet mee eens en heeft dat al verschillende malen aangegeven. Ze is een expert in tomatensoep maken, en wil dat graag blijven doen. Iedere keer als ze dat zegt, krijgt ze nul op het rekest. “Mevrouw, we hebben hier een goede kok en die kan heerlijke tomatensoep maken. U hebt uw rust wel verdiend, laat U zich nu maar lekker verwennen.”

Mevrouw Gerritsen is niet gevoelig voor die uitleg van verzorgenden. Ze vindt het eten niet lekker, ook al is het nog zo gezond (betutteling). Ze gaat hierover de strijd aan met verzorgenden en medebewoners. De sfeer wordt danig verpest aan tafel. Het personeel ziet mevrouw Gerritsen steeds meer als een lastige cliënt. Ook heeft zij een manier gevonden om anderen aan het werk te houden: regelmatig laat ze bestek op de grond vallen en dan belt ze of iemand het komt oprapen. Zo uit ze haar verzet.

Het kan ook anders. In de oplossing van het verzorgingshuis: alleen de kok in de keuken bereidt maaltijden, wordt mevrouw Gerritsen niet serieus genomen. Ze zal haar gelijk willen halen. De verzorgster kan ook een kader neerzetten, en het proces van mevrouw Gerritsen volgen. Zij heeft de vaardigheden om zelf soep te maken voor het groepje medebewoners. Dan krijgt ze erkenning en waardering, en er ontstaat sfeer en betrokkenheid. Het betekent een taakverlichting voor het personeel, omdat meerdere bewoners betrokken worden bij de voorbereiding van de maaltijd, en elkaar ondersteunen.

Als mensen in afhankelijke situaties zelf de regie houden of krijgen over hun leven, blijken ze veel verantwoordelijkheden aan te kunnen. In de praktijk is het uitgangspunt vaak: zorgen voor de ander, zonder dat hulpverleners zich voldoende afvragen of die persoon dat wil.

In het WKS model wordt een persoon begeleid door een zaakwaarnemer en een procesbegeleider. De zaakwaarnemer ondersteunt het individu in zijn weg naar de balans in zelfbepaling. Hij overlegt en structureert waar nodig, om overvraging te voorkomen. De procesbegeleider begeleidt het proces tussen cliënt en zaakwaarnemer, en ziet erop toe dat het verantwoord verloopt. In wezen toetst hij de machtspositie van de zaakwaarnemer tegenover de afhankelijke cliënt. Hij geeft feedback zonder zich inhoudelijk met het probleem te bemoeien.

Ervaringen van het WKS model binnen de praktijk.

Praktijkervaringen met het WKS-model van ondersteuners en cliënten.